Dieren

  

Planteneters:

Op de savanne leven niet alleen grote aantallen dieren, maar ook nog een heel veel verschillende. Dat komt door dat elk dier een ander voor keur heeft van eten. Een giraf eet bijvoorbeeld bladeren van bomen. Met de lange ruwe tong trekt hij de stekels er van af. Anderen dieren komen niet bij die hoge bladeren. Dus heeft de giraf het lekker voor hun alleen, want hun hebben een lange nek. Buffel eten lang gras en zebra’s vooral oud gras, droog gras. Gnoes eten ook alleen gras maar dan wel de jonge sappige groene sprietjes. Die komen tevoorschijn wanneer de buffels en zebra’s het oude hoge gras hebben opgegeten. Olifanten eten voornamelijk takken en stukken hout.

Vleeseters:

Op de Savanne leven ook roofdieren. Die eten de planteneters. Leeuwen eten bijvoorbeeld zebra’s. Het heeft ook voordelen om vlees te eten. Planteneters moeten heel de dag door gras of andere planten eten. En zelfs als ze rusten, boeren ze het gras weer op uit hun maag en kauwen ze het opnieuw. Het kost veel tijd om voedingsstoffen uit planten te halen. Een roofdier laat het werk eigenlijk doen. Hij hoeft alleen maar af en toe op jacht te gaan om een planteneter te pakken. Dan  heeft hij weer voor dagen genoeg. Daarom liggen luipaarden, tijgers en leeuwen het grootste deel te luieren. Een leeuw heeft ongeveer heeft ongeveer 4 dagen nodig in een flinke vleesmaaltijd te verteren. Al die tijd ligt hij ergens te slapen. Daarna heeft hij honger en gaat hij weer op jacht. Als er even veel vlees als planteneters waren zou er al snel geen planten eters meer zijn. Maar dat gebeurt niet, want er zijn altijd meer planteneters dan vlees eters.


The big five:

‘The big five’ is een naam voor een groep dieren die de jagers het moeilijks kunnen schieten. De buffel, leeuw, luipaard, neushoorn en olifant. Die dieren willen toeristen als ze op safari zijn ook het liefst zien.

 

Bronnen: informatie boekje dieren op de savanne en wikipedia.nl

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb